Bonsai Chamaecyparis is een groenblijvende naalddragende tuinbonsai. Deze winterharde niet bloeiende conifeer komt uit het Chamaecyparis geslacht wat bestaat uit acht hoofdsoorten. Het aantal kweekvarianten (Cultivars) loopt in de honderden. Hierdoor zijn de meeste verkrijgbare soorten geënt. Bij het uitzoeken van een plant, altijd goed naar de ent en de ent-plaats kijken.
De mooiste kroon wordt verknald als op de stam een lelijke ent zit. Daarnaast kent de Chamaecyparis ook dwergvormen die veel gebruikt worden voor Bonsai. Onderstaande soorten worden het meest gebruikt om Bonsai van te maken.
Bonsai Chamaecyparis standplaats
De Bonsai Chamaecyparis houdt niet van veel zon. Gefilterd licht onder latwerk of netten of een standplaats in de ochtend- of namiddagzon is het beste. Op zich is het een boomsoort die van nature langs de kusten groeit. De Bonsai houdt van een goede luchtvochtigheid. Regenwater gebruiken om te begieten, de boom is niet echt een kalkminnende Bonsai.
Chamaecyparis vorming, snoei en bedraden
De meeste containerplanten zullen na aankoop een vrij grote snoeibeurt moeten krijgen. Meestal zijn de takken te lang en is het blad ver van de stam af. Stel de boom niet meteen bloot aan veel zonlicht na het snoeien. Sommige Chamaecyparissen doen er wel een jaar over om op adem te komen na een snoeibeurt. De Chamaecyparis groeit de hele zomer door. Bedraden gaat goed en kan het hele jaar door. Vooral de dunnere takjes tot in de puntjes bedraden is erg mooi.
Chamaecyparis mest
Het is aan te raden iets langer door te gaan met mest daar de bomen tot vrij diep in de herfst blijven doorgroeien.
Chamaecyparis Obtusa
De bekende Chamaecyparis Obtusa variëteiten zijn zeer geschikt voor bonsai. De kweekvariant Chamaecyparis Obtusa Nana is vrij duur, dit heeft te maken met de vrij trage groei. Het is aan te raden een iets wat groter exemplaar te kopen, vanwege deze zeer trage groei. De Nana niet te drastisch snoeien. Pluk regelmatig de bladeren met je vingers zeker niet met een schaar. Dit om bruine punten te vermijden. Indien er toch bruine punten komen even wachten tot ze goed droog zijn en dan met je vingers eruit halen.
Chamaecyparis Obtusa Hinoki
De Chamaecyparis Obtusa Hinoki wordt het meest gebruikt voor Bonsai. Deze Bonsai heeft een roodbruine ondiep gegroefde, vezelige schors. Bladeren zijn schubvormig, dicht opeen met een stompe top. Bovenkant groen, onderkant helder wit gemaakt. Het hout is wit, geurig en makkelijk te bewerken. Heeft een mooie nerf.
Chamaecyparis Pisifera
Ook wel Japanse Cipres genoemd, één van de vijf heilige bomen in het oude Japan. Hij heeft een kastanjebruine bast, met evenwijdig lopende groeven, is kegelvormig, met takken die horizontaal liggen of soms omlaag gebogen. De schubben hebben aan de onderzijde een witte voet. Ze geven bij beschadiging een harsachtige scherpe geur af. Langzame groeier, houdt niet van kalk.
Chamaecyparis Nootkatensis
Deze Bonsai komt van oorsprong uit Noord Amerika. Zijn beste eigenschap is zijn enorme gehardheid. De bladeren zijn donkergroen, een beetje varenachtig. Hangen naar beneden en verspreidt bij kneuzingen een zwaar olieachtig aroma. Het hout is opvallend zwavelgeel en splijt gemakkelijk. Enkele kweekvarianten zijn Chamaecyparis Pendula, Aurea en Glauca.
Tips
Wil je meer weten over bemesten van Bonsai: mest voor Bonsai
Voor vragen over eerste hulp bij zieke Bonsai: EHBO voor Bonsai
Hoe moet je een Bonsai snoeien, vormen en nijpen: Snoeien
Maak je eigen Bonsai grondmix : grondmix en aarde
Mos grondbededekker bij Bonsais: Bonsai en Mos
Meer informatie over wortelsnoei: Bonsaiwortel
Laat een reactie achter