Bonsai Tsuga (Berghemlockspar) groenblijvende conifeer en buitenbonsai is vrij onbekend. De Tsuga is een boomsoort die bij ons niet veel wordt gebruikt als Bonsai. Dat is jammer daar het een prachtig Bonsai kan worden. Verliest geen naalden in de herfst. Soms laat hij in de herfst wel de naalden van de voorgaande jaren vallen. De naalden van de Hemlockspar lijken qua vorm op die van de Taxus. Hieraan is de geslachtsnaam ontleend. Tsuga is Japans voor taxusachtig. Europese botanici gaven het geslacht deze naam omdat de eerste hier ontdekte soort de Japanse Hemlockspar was.
Bonsai Tsuga standplaats
De Tsuga houdt van een schaduwrijke standplaats, met een hoge luchtvochtigheid. Niet in de volle zon, dit voorkomt verbranding aan de uiteinden van de naaldjes. Dit verschijnsel kan ook voorkomen bij veel wind. De bomen zijn aardig winterhard, mits ze niet te nat worden en beschermt worden tegen veel wind en vorst.
Wortelsnoei
De Tsuga heeft vrij dikke, vlezige wortels. Indien hij zwaar gesnoeid is, kan hij een seizoen lang weinig tot geen nieuwe wortels ontwikkelen. Om toch een aardige stamdikte te krijgen kan de boom een aantal jaren worden teruggezet in de volle grond. Dan dienen de wortels in oktober tot het niveau van het jaar ervoor te worden teruggesnoeid. Zijn ze goed aan de groei dan kunnen zich in een jaar tijd heel wat wortels vormen.
De oudere Tsuga bomen
De Oudere Tsuga bomen zijn vaak moeilijk te verplanten en daarom schaars als bonsai. Ze hebben na het verplanten jaren nodig om er bovenop te komen. Verpotten hoeft maar eens in de drie tot vier jaar. Het makkelijkst om een goede bonsai uit een Tsuga te kweken is om te beginnen met een jonge plant.
Tsuga mest
Tijdens de rustperiode van september tot maart, wordt geen voeding gegeven. In de groeipieken, april, mei en augustus moet ruim mest worden gegeven. Dit kan met bv Biogold een Japanse organische bonsaimest, die de voedingsstoffen langzaam aan de grond afgeeft. De afgifte van voedingsstoffen is afhankelijk van de temperatuur. Het gaat het best met een gemiddelde temperatuur van 18 graden. Bij temperaturen onder de 18 graden is het raadzaam te mesten met een vloeibare organische mest.
Bonsai Tsuga grond
Indien de Tsuga in de zomer teveel water krijgt en het is een natte koude zomer overleefd hij het niet. Continue nattigheid is funest, de Tsuga heeft snel wortelrot. De Tsuga doet het goed op een grond mengsel van Akadama (twee derde) en Japans Split (een derde). Voor het mengen het Split goed spoelen om het stof en vervuilende bodemzouten te verwijderen. De boom stelt kalk niet op prijs dus verdient regenwater de voorkeur boven leidingwater.
Bonsai Tsuga Mertensiana
Berghemlockspar of Tsuga Mertensiana
Inheems komt voor in de bergen van Noordwest Amerika, tot aan de sneeuwgrens. De ijle lucht, de stormen en het felle zonlicht op dergelijke hoogten zorgen ervoor dat de boom zijn vocht snel verliest. Om dit tegen te gaan groeien de naalden in groepjes waardoor de vochtige lucht wordt vastgehouden. De naalden zijn afstaand van de scheut en hebben aan beide zijnde een blauw-grijs-groene kleur. De boom wordt wel aangeplant in tuinen als sierboom. Hij kan twintig tot dertig meter hoog worden. Bij jonge plant is de bast glad, bij oudere ontstaan er lengtescheurtjes in. De Mertensiana komt bij ons sporadisch voor.
De Canadese Hemlockspar
De Canadese Hemlockspar komt voor in het noorden van de VS, in Canada en in Noordwest Europa. Is een van de meest bekende uit de familie. De bast was vroeger belangrijk voor het looien van leer. De naalden zitten in rijen aan elke kant met een extra rij lang de bovenkant. Ze hebben een witte strook in het midden, als nuttig herkenningspunt.
——-
Tips
Wil je meer weten over bemesten van Bonsai: mest voor Bonsai
Voor vragen over eerste hulp bij zieke Bonsai: EHBO voor Bonsai
Hoe moet je een Bonsai snoeien, vormen en nijpen: Snoeien
Maak je eigen Bonsai grondmix : grondmix en aarde
Mos een belangrijke grondbededekker: Bonsai en Mos